WIKI – Informatie over glasvezel

De voordelen van glasvezel

Minder gevoelig voor storingen

Hoge prestaties

Beste bandbreedte

Milieuvriendelijker

Glasvezeltopologie

FTTC (Fiber to the Curb)
De glasvezelkabel loopt vanaf het netwerk van de internetaanbieder tot aan de wijkverdeler de straat. Vanaf hier bereikt de data de eindgebruiker via een telefoonkabel. Daardoor is FTTC de overkoepelende term voor verschillende DSL-varianten – tegenwoordig is dat meestal VDSL of VDSL 35b.

FTTB (Fibre to the Building)
De glasvezelkabel komt tot in het pand. Voor de laatste paar meter wordt de al aanwezige bekabeling gebruikt: telefoon- of netwerkkabels. Voor FTTB wordt bijvoorbeeld g.fast gebruikt. Het corresponderend station (DSLAM) wordt dan in de kelder geplaatst en de al aanwezige telefoonkabels worden tot in de woning getrokken. Daarnaast worden ook (vooral bij nieuwbouw) netwerkkabels gebruikt en in de wooneenheid met een netwerkdoos getermineerd.

FTTH (Fibre to the Home)
De glasvezelkabel loopt tot aan het aansluitpunt in de meterkast of in huis. Daardoor is dit de enige doorgaande glasvezelverbinding tot aan het overnamepunt in de wooneenheid.

Er is pas sprake van een echte glasvezelaansluiting als de glasvezelkabel tot in huis komt (FTTH).

Glasvezeltopologieën – point-to-point vs. point-to-multipoint

Glasvezel heeft vooralsnog twee topologieën – P2P (point-to-point, AON, Active, Active Ethernet) en P2MP (point-to-multipoint, GPON, XGS-PON). Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen afzonderlijke aansluitingen met een rechtstreekse verbinding (P2P) met de netwerkbeheerder en verbindingen die met anderen gedeeld worden (point-to-multipoint, GPON, XGS-PON).

P2P

Bij een rechtstreekse verbinding met de netwerkbeheerder (P2P) wordt de leiding van de eindverbruiker rechtstreeks bij de netwerkbeheerder getermineerd. Daardoor kan elke deelnemer duidelijk geadresseerd worden.

Voordelen:

  • Rechtstreekse verbinding, bandbreedte wordt niet gedeeld
  • Robuust, andere apparaten kunnen op de lijn geen interferentie veroorzaken
  • Eenvoudige installatie, zero touch gewoon mogelijk

Nadelen:

  • Duur(der) om aan te leggen
  • Duur(der) in onderhoud (stroom voor de actieve componenten, elke aansluiting heeft een eigen optische verbinding)

P2MP

Bij een indirecte verbinding wordt de verbinding van een afzonderlijke aansluiting samen met andere aansluitingen op een (passief, spanningsloos) punt bijeengebracht en van daaruit verder geleid naar de netwerkbeheerder.

Voordelen:

  • Eenvoudig aan te leggen
  • Goedkoop om aan te leggen
  • Goedkoper in gebruik (stroom)

Nadelen:

  • Gevoelig (eindapparaten die zich verkeerd gedragen kunnen storingen op de lijn veroorzaken)
  • Shared medium (alle deelnemers delen, net als bij DOCSIS, de bandbreedte)
  • Aansluiten van klanten is ingewikkelder (klant kan niet aan de hand van de lijn herkend worden)

AON
(Active Optical Network)
AON beschrijft actieve glasvezelaansluitingen, waarbij elke aansluiting een eigen glasvezelverbinding met het netwerk van de aanbieder heeft.

GPON
(Gigabit Passive Optical Network)
Bij GPON-aansluitingen delen meerdere aansluitingen een glasvezelverbinding – door de hoge glasvezelsnelheden zijn er evengoed hoge bandbreedtes beschikbaar voor elke afzonderlijk aansluiting.

XGS-PON
(10 Gigabit Symmetric Passive Optical Network)
XGS-PON versnelt gegevensoverdracht in GPON-infrastructuren tot snelheden van maximaal 10 Gbit/s – optioneel zowel in de zend- als ontvangstrichting.


Ondersteunde glasvezelstandaarden van de FRITZ!Box

  • ITU-T G.652 (AON)
  • ITU-T G.984.2/G.984.5 (GPON)
  • ITU-T G.9807.1 (XGS-PON)

FRITZ!Box-instellingen AON-, GPON-, XGS-PON

Als bij de installatie de overeenkomstig gekenmerkte SFP-Modul gebruikt is, neemt de FRITZ!Box automatisch de juiste instellingen over.

De verbinding met het netwerk en de te gebruiken modulatie worden niet door de module, maar door de FRITZ!Box zelf bewerkstelligd.


Connectortypen:

LC (local connector)
De LC-connector behoort tot de kleine vormfactor (SFF) singlefiberconnectors en is verkrijgbaar voor single- en multimodetoepassingen. De borgclip moet voor ontkoppeling worden ingedrukt.

SC (subscriber connector)
De SC-connector behoort eveneens tot de kleine vormfactor (SFF) singlefiberconnectors. Het push-pullvergrendelingsmechanisme vergrendelt automatisch wanneer de connector geplaatst wordt en ontgrendelt weer als de connector verwijderd wordt. De SC-connector is verkrijgbaar voor single- en multimodetoepassingen.

Connector Vergrendelingsmechanisme Ferrulediameter Invoegingsverlies Aantal vezels Normering
LC Borgclip 1,25 mm 0,2 dB 1 IEC 61754-20
SC Push-pullprincipe 2,50 mm 0,2 – 0,3 dB 1 IEC 874-13 

LC/APC (lucent connector/Angled physical contact)
Bij de APC-variant is het contactvlak van de ferrule onder een hoek van 8° geslepen. APC-connectors worden bij voorkeur gebruikt voor singlemodekabels.

SC/PC (subscriber connector/Physical contact)

Gekenmerkt door de plastic behuizing in een rechthoekig ontwerp. Door het push-pullvergrendelingsmechanisme is snelle en eenvoudige montage mogelijk.
 

SC/APC (subscriber connector/Angled physical contact)
Bij de APC-variant is het contactvlak van de ferrule onder een hoek van 8° geslepen. De lichtreflecties worden niet in de kern, maar in de mantel teruggekaatst.


Afwerking van de connectors

Afkorting Aanduiding Reflectie Reflectiedemping
PC Physical contact < −30 dB > 30 dB
UPC Ultra physical contact < −50 dB > 50 dB
APC Angled physical contact < −60 dB > 60 dB

PC-vezelconnector (Physical contact)
Bij connectors voor PC-glasvezelkabels is de typische reflectiedemping bij monomodetoepassingen hoger dan de reflectiedemping van de oorspronkelijke vlak geslepen uitvoering.

UPC-vezelconnector (Ultra physical contact)
Connectors voor UPC-glasvezelkabels hebben door hun betere contactvlak een hogere reflectiedemping dan PC-glasvezelkabels. Door herhaald koppelen en loskoppelen verslechtert echter de toestand van het contactvlak en daardoor ook de algehele prestaties.

APC-glasvezelconnector (Angled Physical Connect)
Bij connectors voor APC-glasvezelkabels – ook wel HRL (high return loss) genoemd – is het contactvlak van de ferrule schuin geslepen. Hierdoor wordt maximale onderdrukking van reflecties bereikt, wat resulteert in een hogere reflectiedemping.


FRITZ!Box 5530 Fiber

De FRITZ!Box 5530 Fiber biedt het volledige scala aan FRITZ!Box-functies op de glasvezelaansluiting. Dankzij verwisselbare modules kan de FRITZ!Box 5530 zeer flexibel op alle gangbare glasvezelaansluitingen met maximaal 1.000 Mbit/s (AON/GPON/XGS-PON) gebruikt worden. Een mediaconverter of voorgeschakelde modem zijn niet nodig. In de ingebouwde aansluiting voor SFP-glasvezelmodules (Transceiver) kan – afhankelijk van het type aansluiting – de juiste insteekmodule geplaatst worden.

Meer informatie

Hebt u vragen?

Wij staan voor u klaar. Neem contact met ons op via het contactformulier of de telefoon.
Log in voor de contactgegevens van uw persoonlijke contactpersoon

Contact

Selectie van de markt